Montagehandleiding

Montagegids voor Sandwichpanelen

Inhoudsopgave

  1. Inleiding
  2. Benodigd Gereedschap
  3. Voorbereiding
  4. Montage van wandpanelen
  5. Montage van dakpanelen
  6. Veiligheidsinstructies
  7. Veelgestelde Vragen (FAQ)
  8. Contactinformatie

1. Inleiding

‘Sandwichpanelen’ zijn prefab constructie-elementen die bestaan uit een kern van isolatiemateriaal (meestal PUR of PIR schuim), waarbij de buitenzijde steeds is afgewerkt met een gelakte staalplaat. Aan de binnenzijde zijn deze ofwel ook afgewerkt met een gelakte staalplaat, ofwel met een goedkopere aluminiumfolie (die is meestal wit gelakt, maar soms ook gewoon blanco, dus met aluminium look). De panelen met alu folie aan binnenzijde zijn qua isolatiemateriaal en buitenplaat identiek aan de panelen met staalplaat aan binnenzijde, het enige verschil is dat de panelen met alu folie aan binnenzijde geen esthetische afwerkingslaag hebben, en dat deze ook iets minder grote overspanningen aan kunnen.

2. Benodigd gereedschap

Sandwichpanelen staan gekend om de eenvoudige manier van montage. Je hebt dus vrij weinig montagemateriaal nodig:

En indien je de panelen ook nog op maat moet zagen:

3. Voorbereiding
  • Opmeten van het dak en de juiste panelen en toebehoren voor uw project bestellen (zie keuzegids)
  • Ondergrond effen maken
  • Zorg dat de dragers van de panelen dwars op de panelen lopen, NOOIT in de lengterichting van de panelen!

4. Montage van wandpanelen

Zorg er eerst en vooral voor dat de dragers waarop je monteert perfect recht zijn.
Kleine oneffenheden worden sterk uitvergroot doordat de panelen 1m breed zijn.
Om die reden raden we montage rechtstreeks op stenen muren af, ook al is dit in principe perfect doenbaar.
Het is beter om een houten/metalen roosterwerk te voorzien waarop je de panelen kan monteren.

Begin met het monteren van het startprofiel (voor buitenmuren is dit meestal de druiplijst, voor binnenmuren meestal het U-profiel).
Bij de druiplijst wordt deze met de lip gemonteerd over de betonslab, of op de betonnen/gemetste/… plint.
De opstaande rand wordt dan gemonteerd op de onderste gording.
De U-profielen kan je gewoon met schroeven (eventueel met plug afhankelijk van het materiaal) vastzetten in de vloer.

Plaats het wandpaneel, en zorg dat dit waterpas staat (of in lijn met de structuur).
Meestal worden de wandpanelen verticaal geplaatst, al is horizontale montage ook perfect mogelijk.
Schroef het paneel vast aan de constructie, en let erop dat je de juiste schroeven en toebehoren gebruikt.
Zo heb je bijvoorbeeld schroeven voor hout, schroeven voor metaal en schroeven voor snelbouw/beton/baksteen/…

Voor wandpanelen met verborgen bevestiging kan je best het drukverdeelplaatje gebruiken, om vervorming van de panelen tegen te gaan.
Let er bij het kiezen van de juiste schroeflengte op dat de lip waarop je monteert 20mm dieper ligt tegenover de totale isolatiedikte.
Bijvoorbeeld: bij een wandpaneel van 60mm met verborgen bevestiging, heb je op de plaats waar je schroeft nog slechts 40mm paneel onder de schroef zitten.

Voor wandpanelen met zichtbare bevestiging schroef je gewoon door de panelen heen, rechtstreeks in de drager.

Zorg dat je rond eventuele ramen en deuren steeds voldoende versterking van de structuur voorziet.
Deuren en ramen rechtstreeks aan de sandwichpanelen bevestigen zonder verdere steun wordt afgeraden.
Rondom deuren en ramen kan je mooi afwerken met buitenhoekprofielen of U-profielen.

Op de hoeken zorg je best dat de isolatie mooi doorloopt, om koudebruggen te vermijden.
Als de isolatie niet perfect aansluit, kan je dit oplossen met PU-schuim.
Aan buitenzijde wordt dan meestal afgewerkt met een buitenhoekprofiel.
Aan binnenzijde kan je afwerken met de binnenhoekprofielen.
Bij de wandpanelen worden de afwerkingsprofielen meestal gemonteerd op de wandpanelen met behulp van gelakte rivetten.
Deze kan je eenvoudig monteren met de rivetteertang en de metaalboor 4mm.
Als alternatief kan je kiezen voor de gelakte schroefjes, deze werken iets minder fijn af maar zijn eenvoudiger te monteren.

5. Montage van dakpanelen

Gemakshalve verwijzen we in de tekst hieronder naar de laagste zijde van het dak als ‘gootzijde’, ongeacht of je een dakgoot hangt of niet.
Naar de hoogste zijde van het dak verwijzen we als ‘nokzijde’, ongeacht of je een nokprofiel gebruikt of niet.

Zorg ervoor dat de structuur van je dak zo vlak mogelijk is.
Vergewis je ervan dat de dragers van de sandwichpanelen dwars (= parallel aan de goot-en nokzijde) liggen op de richting waarin je sandwichpanelen komen te liggen!
Dragers in de lengterichting van de panelen gaan zorgen voor een extreem zwakke constructie, en gaan een veel moeilijkere montage met zich meebrengen.

Plaats het dakpaneel, en zorg dat dit evenwijdig loopt aan de gootzijde (NIET aan de langszijde!).
Gebruik hiervoor eventueel een metserskoord.
De stockpanelen zijn standaard voorzien van een ontschuiming van 100mm (met uitzondering van de ECO10 budgetserie), zorg dat deze naar de gootzijde gericht is.
Bij de stockpanelen zit de overlap rechts (vanaf de gootzijde bekeken), die leg je dus best van rechts naar links (ook vanaf de gootzijde bekeken).
Monteer het paneel met het juiste type schroef (houtschroef of metaalschroef voor sandwichpanelen), en gebruik zeker de zadels.
Deze verdelen de kracht van de schroef beter op het paneel, en zorgen voor een goede afdichting van de schroef.
Alle schroeven, ook de houtschroeven, zijn zelfborend: je moet de sandwichpanelen dus niet voorboren.
Montage dient steeds te gebeuren bovenop de ‘golf’ (trapezium) van de panelen.
Bij de bovenste en onderste balk dien je op elke  golf te schroeven; op de tussenliggende liggers is het voldoende om te schroeven op de overlap en de middelste ‘golf’.
Op de overlappen van de dakpanelen kan je eventueel butylband gebruiken, om een nog betere afdichting te bekomen.

Als er lichtstraten in het dak zitten, zijn er nog enkele extra aandachtspunten.
Bij lichtstraten moet je altijd voorboren, bij voorkeur met een boor met diameter 10mm.
Zo heeft de lichtstraat voldoende ruimte om uit te zetten, zonder zich kapot te duwen op de schroeven.
Op de overlap moet je bij de LUX30 en LUX40 lichtstraten zeker butylband gebruiken, en op de zijde waar de lichtstraat op het isolatiepaneel overlapt overlapprofielen gebruiken.
De nok-en gootzijde van de lichtstraat dienen afgewerkt te worden met eindkappen en kit voor lichtstraten.
De Light 3mm lichtstraat wordt op de kopzijden meestal dichtgemaakt met de positieve vulstroken.
Indien de Light 3mm lichtstraat tussen geïsoleerde panelen gebruikt wordt, ga je het hoogteverschil (door het gebrek aan isolatie bij de lichtstraat) moeten opvangen met vullatten.

Werk de zijkanten van het dak af met plooiwerk.
Bij een zadeldak wordt in het midden een nok geplaatst, bij een lessenaarsdak wordt de hoogste rand van het dak afgewerkt met getande muurnokken.
De linker-en rechterzijkant van het dak (gezien vanaf de gootzijde) worden afgewerkt met windveren.
Bij een ingesloten dak (waarbij de omliggende muren hoger zijn dan het vlak van de panelen) wordt gebruik gemaakt van de opstaande getande muurnok en de opstaande windveer.
Aan de gootzijde worden de panelen vaak afgewerkt met een isolatiebeschermprofiel.
Zorg dat de isolatie overal doorloopt en dat er geen wind of water meer naar binnen kan bij het plooiwerk.
Aan de nokzijde wordt dit bereikt door negatieve vulstroken te gebruiken.
Vaak wordt ook de buitenste staalplaat naar boven gebogen met behulp van de handzettang als extra waterkering.
Onder de windveren en in de nok wordt vaak nog PU-schuim gebruikt, om zeker te zijn dat de isolatielaag doorloopt en dat er geen regen, wind of ongedierte meer binnen kan.

6. Veiligheidsinstructies
  • Manipuleer de sandwichpanelen nooit zonder snijvaste handschoenen
  • Werk bij voorkeur met minimum 2 personen. De panelen wegen relatief weinig, maar vangen veel wind, wat tot gevaarlijke situaties kan leiden.
  • Bij vochtig weer kunnen de panelen glad zijn
  • Bij hoge temperaturen kunnen de panelen warm worden

7. Veelgestelde vragen

Q: Kan ik dakpanelen ook gebruiken als wandpanelen?
A: Dat is perfect mogelijk; enkel afwerken rond ramen en deuren zal iets meer precisie vragen.
Hou er bij de ECO-panelen ook rekening mee dat de binnenkant van de panelen zeer fragiel is, en als wand dus niet zeer geschikt is.

Q: Kan ik de metaalschroeven ook gebruiken in houten balken?
A: Dat is ten zeerste afgeraden, omdat de boorpunt het hout teveel wegfreest en de panelen dus niet goed vast gaan liggen.

8. Contactinformatie

Voor verdere vragen, opmerkingen/toevoegingen aan deze gids,… kan je ons bereiken op deze gegevens:

Telefonisch: 0497 06 78 46
Mail: info@panelen.be
Website: www.panelen.be

Copyright Disclaimer

© 2022 Kameleon BV. Alle rechten voorbehouden.

Deze montagegids, inclusief alle tekst, afbeeldingen, en andere inhoud, is eigendom van Kameleon BV en is beschermd door internationale auteursrechten en andere intellectuele eigendomswetten. Deze gids mag niet worden gereproduceerd, gedistribueerd, of overgedragen in welke vorm dan ook, inclusief fotokopieën, opnamen, of andere elektronische of mechanische methoden, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Kameleon BV, behalve in het geval van korte citaten die zijn opgenomen in kritische recensies en andere non-commerciële toepassingen die zijn toegestaan door de auteursrechtwetgeving.

Voor toestemming om deze gids of delen ervan opnieuw te gebruiken, neem contact op met Sven op 0497 06 78 46 of via info@panelen.be.